Wanneer gebruik je een WMS en wanneer een WMTS?

Doordat een WMTS gebruik maakt van op voorhand aangemaakte beelden, tiles, zal deze sneller zijn dan een WMS voor dezelfde dataset. Zeker bij het pannen kan dit sterk opvallen. Snelheid is vaak de bepalende factor, toch is het gebruik van een WMS soms interessant(er).

Bij een aanpassing de brongegevens moeten de WMTS-tiles voor de verschillende zoom-niveaus opnieuw worden aangemaakt. Dit vraagt tijd, de beeldinformatie kan daardoor tijdelijk afwijken van de brondata. De noodzaak tot het voorstellen van de meest actuele gegevens kan daarom leiden tot de keuze voor het gebruik van een WMS. Deze zal steeds opnieuw een beeld aanmaken op basis van de brondata. (Indien de WMS geen cache bijhoudt).

Een ander argument voor het gebruik van een WMS kunnen mogelijke rand-artefacten bij de WMTS-tiles zijn. Een WMTS deelt het gebied op in kleinere tiles. Bij de overgang van de ene tile naar de andere kunnen artefacten ontstaan, zoals bijvoorbeeld dubbele labels.

Doordat een WMTS gebruik maakt van tiles zal steeds iets meer beelddata verzonden/ontvangen worden dan voor het gevraagde gebied. Dit kan een voordeel zijn, bijvoorbeeld bij het pannen. Reeds opgevraagde tiles hoeven, bij het pannen, ook niet opnieuw opgevraagd te worden.

De meeste GIS-pakketten en viewers ondersteunen beide standaarden.

Bij het ontsluiten van data kunnen het aantal bevragingen en de kostprijs een rol spelen. De kosten van de opslag van de tiles en voor het (steeds opnieuw) aanmaken van elk beeld dienen ten opzichte van elkaar te worden afgewogen. Ook hierbij is het aantal te verwachten bevragingen niet onbelangrijk.